Geïnspireerd door de Blues
Het is halverwege juni. Het is zonnig en ik fiets via de grachten naar de Vondelstraat. Snel zet ik mijn fiets op slot en doe even mijn haar goed. Misschien toch een beetje zenuwachtig, loop ik het Vondel Hotel binnen en meld me bij de balie. Hier verblijft Dj St Germain en in zijn luxe hotelsuite zijn enkele interviews gepland met journalisten.
Iemand van het management komt me een hand schudden. Wat fijn dat u er bent! Ze vertelt me verbaasd dat de wereldberoemde Franse Dj geen woord Engels spreekt. Dan komt een oude tengere Française naar me toe. Vous êtes l'interprète? Met een schorre rookstem legt ze uit dat ze de manager is van Ludovic Navarre. Al jaren werkt ze samen met Ludovic en hebben ze de hele wereld afgereisd voor concerten en interviews. Ludovic va venir....ze geeft me een knipoog en een grote glimlach.
Achter haar staat een man, hij ziet bleek en vermoeid, heeft een staartje, draagt een simpel T-shirt, kapotte jeans en gympies. Bonjour, je suis Ludovic. Vous êtes l'interprète? Verlegen, bijna schuchter zegt hij dat hij alleen Thank you kan zeggen. Hij is erg teruggetrokken, kijkt niemand in de ogen en vertelt me dat de interviews helaas er bij horen.
De eerste journalist zit zenuwachtig op de bank. Als Ludovic weg is, vertelt hij mij dat het een eer is om zo'n grote Dj te mogen interviewen. Ik besef dan nog niet hoe beroemd Ludovic Navarre is en welke betekenis hij heeft in de muziekwereld.
Als ik plaatsneem op de comfortabele bank van de suite van Ludovic, flitst de scène van Nothing Hill door mijn hoofd. Lachend zie ik dat Ludovic, net als Julia Roberts niet uitkijkt naar de interviews. De eerste journalist komt binnen en lijkt opgelucht te zijn dat hij geen Frans hoeft te praten. Meestal rustig, soms geïrriteerd, maar altijd zeer gesloten, geeft Ludovic antwoord op veelal dezelfde vragen.
Slechts 1 journalist weet hem te raken en stelt vragen over zijn jeugd en het ongeluk dat hij heeft gehad toen hij een puber was. Na afloop rookt hij een sigaret op het balkon van zijn suite. Il était bon, zegt hij met een lachje en ik knik instemmend.
Het is duidelijk dat Ludovic een introvert persoon is. Zijn laatste album heeft hij 15 jaar geleden uitgebracht. Op de vraag waar hij al die tijd heeft gezeten, heeft hij een simpel antwoord: dans ma maison à Montmartre. Hij legt uit dat hij eerst moest bijkomen van het grote succes en alle drukte van een wereldtour. Daarna heeft hij inspiratie opgedaan. Maar waar dan? Heeft u gereisd? Ging u eropuit? Ludovic kijkt bedenkelijk en met een lachje naar mij zegt hij: Non, j’écoute la musique. Jarenlang heeft hij zich opgesloten in zijn huis om te werken aan zijn nieuw meesterstuk. Ik raak nieuwsgierig naar zijn muziek als hij zijn werkwijze uitlegt. Over elk detail is nagedacht en ik heb bewondering voor zijn vakmanschap.
Wanneer de laatste journalist weg is, lijkt Ludovic zich meer te ontspannen. Zijn manager steekt nog een sigaret op en laat aan mij de planning zien. Morgen weer interviews en dan meteen door naar Brussel. Het is een strakke planning met in elke stad maar 1 of 2 dagen gevuld met interviews.
Ludovic kijkt naar buiten en vraagt aan mij hoe Amsterdam is. Enthousiast vertel ik over de huizen, de grachten, de boottochtjes en het Vondelpark naast het hotel. Hij kijkt naar zijn manager, misschien toch nog even een blokje om zo?
Ik moet gaan. Merci Suzan, à demain? Ja, morgen ben ik er weer voor de interviews. De wereldster geeft me een hand en een glimlach. Als ik het hotel uitloop, open ik Spotify. Ik selecteer het album Tourist en zwaai nog even naar de artistieke meester voordat ik mijn oortjes in doe. Morgen weer een dag vol met inspiratie uit de Blues, maar voor nu klinkt 't album Tourist in mijn oren en fiets ik weg, de zon in.
moi
Fragment uit een interview gepubliceerd op 12 okt 2015
Na een korte rookpauze neemt de 42-jarige, een tikkeltje slordig ogende Fransman plaats in de grote fauteuil. Hij draagt een effen zwart T-shirt en gympen met knalrode print. In zijn donkere, wijde spijkerbroek zit een scheur ter hoogte van zijn knie.
Navarre zou geen echte Fransman zijn als hij vloeiend Engels zou spreken. En hoe mooi ik zijn taal ook vind, met mijn toeristen-Frans had dit artikel een stuk minder volledig geweest. Ik vraag Navarre, met hulp Suzan van de Rijt, hoe hij het vindt om via een tolk te praten. “Très bien,” antwoordt hij. “Ze is erg goed,” vertaalt Van de Rijt lachend.
Lisanne Onderwater - 12 okt 2015 - De (her)ontdekkingen van St. Germain
Het leven van eEn tolk